Op 1 mei 1900 wordt er aan Johannes Lambertus de Winter vergunning voor een jaar verleend voor de verkoop van sterke drank in het klein voor drie lokalen aan de zuidzijde van het huis met een oppervlakte van 36, 22,5 en 42,5 m2. Daarvóór werd het café bewoond en uitgebaat door Adrianus van Osch, die op die datum het café “De Nieuwe Boterweg” opent, op de plek die beter bekend werd als “Boerke van Osch”, nu Graafseweg 196. Dat Adrianus van Osch inderdaad daar huisde blijkt uit de notulen van B&W van Rosmalen: Vergadering B&W 10 april 19004839-4840Wordt mededeling gedaan van een verzoekschrift van Johs. Lamb. de Winter, om vergunning tot verkoop van sterke drank in ’t klein in de woning genoemd “de boterweg” , thans bewoond door Ads. van Osch. B&W van Rosmalen, gezien de aanvraag om vergunning tot verkoop van sterke drank in het klein van Johannes Lambertus de Winter, van beroep kuiper, wonende te Rosmalen, onder dagtekening van de 5 april 1900, overwegende dat tegen de inwilliging van het verzoek bij hem geen bedenkingen bestaan, besluiten: aan Johannes Lambertus de Winter voornoemd, de gevraagde vergunning te verlenen, voor het tijdvak van 1 mei 1900 t/m 30 april 1901. Te bepalen dat de vergunning uitsluitend geldt voor de volgende lokaliteiten: drie lokalen aan de zuidzijde van het huis gemerkt C no 57 kad. bekend sectie E no 877. |
1957 | Wilhelmus C. van Zoggel |
1961 | Adrianus van der Heijden - Maria Laat-van der Pas - Henricus van der Pas |
1963 | Theodorus L.J. Heijmans - Lamberta J.P. Jansen |
1984 | Ingrid E.G. Heijmans |